De Nederlandse overheid breekt met haar belofte om milieubewust in te kopen, lazen we onlangs in de krant. Het bericht was gebaseerd op een brandbrief van zes organisaties, waaronder MVO Nederland, aan de Vaste Kamercommissie voor Infrastructuur en Milieu. Met de brief werd hernieuwde aandacht gevraagd voor duurzaam inkopen door de overheid als strategisch instrument om de ‘vergroening’ van de economie te stimuleren. Op 5 februari jl. vond hierover een Algemeen Overleg plaats binnen de Vaste Kamercommissie.
Al in 2011 is afgesproken dat rijk, provincies, gemeenten en andere overheidsdiensten duurzaamheid als belangrijkste criterium zouden hanteren bij de inkoop van goederen en diensten, die jaarlijks 60 miljard euro omvat. Duurzaam inkopen werd gezien als een strategisch instrument om ‘groene groei’ te bevorderen. In de brief constateren de zes organisaties anno 2015 echter dat hiervan weinig terecht is gekomen. Uit enquêtes blijkt dat de focus op duurzaam inkopen sinds 2010 bij alle overheden met gemiddeld 42 procent is afgenomen. Volgens de organisaties vallen overheden weer terug op het oude beleid om voor de laagste prijs te kiezen. Dit korte termijn gedrag blokkeert de verduurzaming en verhoogt de kosten op langere termijn.
Verborgen kosten
Inkopen van producten op de laagste prijs betekent dat de aanschafkosten zwaar tellen in de inkoopafweging, waardoor latere gevolgkosten zoals hogere gebruikskosten, snelle slijtage of een korte levensduur vrijwel niet meewegen. Daarnaast worden ook de verborgen milieukosten buiten de inkoopafweging gelaten. De verborgen milieukosten zijn de kosten van milieuverontreiniging, grondstofverspilling, CO2-uitstoot en afbraak van de natuur die ontstaan bij de productie, het gebruik en afdanken van producten. Deze kosten komen vaak pas na verloop van tijd aan het licht maar kunnen enorm oplopen. Door ze niet mee te wegen in de inkoopafweging worden overheden en de samenleving met hoge latere kosten opgezadeld. Niet slim dus.
In mijn boek De Vergeten Oplossing dat afgelopen jaar verscheen, laat ik zien dat het niet-meenemen van de verborgen milieukosten in de inkoopafweging ertoe leidt dat vervuilende en niet-duurzame bedrijven het succesvolst blijven. Zolang vervuilen, CO2 uitstoten en natuur vernietigen immers vrijwel gratis kan, loont het niet om te investeren in verduurzaming. Als de overheid kiest voor de laagste aanschafprijs, waarom zouden bedrijven dan nog investeren in de ontwikkeling van schone en duurzamere producten?
Ecoprijs
Een overheid die verder kijkt dan zijn neus lang is, kijkt voor zijn inkoop niet alleen naar de portemonnee op de korte termijn, maar weegt ook de (vaak veel hogere) kosten voor de periode daarna mee. De overheid zou er dan ook slim aan doen om de kosten over de hele levensduur, inclusief de verborgen milieukosten, bepalend te laten zijn voor de aanschaf. Sommige overheden zeggen dit ook te willen weten, maar weten nog niet goed hoe ze dat het best kunnen aanpakken. Ze zouden De Vergeten Oplossing eens moeten lezen. Daarin staat de oplossing uitgewerkt. Het is namelijk in veel gevallen al mogelijk om de echte prijs, dus inclusief de verborgen milieukosten over de hele levenscyclus van een product te berekenen: de ecoprijs.
De ecoprijs is de prijs die een product de samenleving werkelijk kost. Wanneer de overheid voortaan gaat inkopen op de ecoprijs, krijgen bedrijven een sterke stimulans om te investeren in schone en duurzame producten en is de overheid over de tijd gezien een stuk goedkoper uit. Als bonus krijgt de verduurzaming van de economie een enorme impuls en de samenleving een schoner milieu. Dat is nog eens win-win-win!
Het enige wat dit vraagt, is een overheid die verder kijkt dan de korte termijn. Zal dat lukken?